Selecteer een pagina

Behandelrelaties – verdieping

Lees voor de basisbegrippen en uitleg het artikel ‘Behandelrelaties – introductie‘.

Koppelen medewerkers aan afdelingen

De volgende disciplines worden doorgaans aan afdelingen gekoppeld:
1. Artsen
2. Psychologen
3. Fysiotherapeuten
4. Ergotherapeuten
5. Logopedisten
6. Diëtisten
7. Overige disciplines (Muziektherapeuten, Geestelijke verzorging, Maatschappelijk werk, etc.)

De volgende medewerkers worden doorgaans niet aan afdelingen gekoppeld:
1. ANW hoofden → reden hiervan: te grote stroom aan berichten. 
2. Medisch secretaresses → de discipline medisch, maar geen hoofdbehandelaar
3. Stagiaires of soortgelijk → geen hoofdbehandelaar

 

Eigenschappen behandelrelatie, beschreven per setting

Setting 1: Intramurale afdeling (WLZ, GRZ)

Afdeling eigenschappen (beheer): BOPZ (indien van toepassing), multidisciplinair informatie delen

1.1 Cliënt wordt ingeschreven

Cliënt wordt ingeschreven op een afdeling, een behandelaar is gekoppeld aan diezelfde afdeling: de behandelrelatie komt tot stand tussen cliënt aan de afdeling gekoppelde behandelaar en discipline (ook al wordt dit dossier aangemaakt door een andere collega).

1.2 Cliënt verhuist naar extramurale afdeling (ELV)

Behandelrelatie blijft bestaan tussen cliënt en voorheen gekoppelde behandeldiscipline, uit te schakelen op dossierniveau.

1.3 Cliënt verhuist naar eerstelijns paramedische afdeling

Behandelrelatie blijft bestaan tussen cliënt en voorheen gekoppelde behandeldiscipline, uit te schakelen op dossierniveau.

1.4 Cliënt wordt uitgeschreven

Alle behandelrelaties worden afgesloten.

1.5 Incidentele behandeling

Bij overname van werkzaamheden van een collega, kan een behandelaar een behandelrelatie aangaan door het dossier te benaderen en op de pop-up te klikken. De pop-up is alleen zichtbaar als er nog geen behandelrelatie met de discipline (waartoe de betreffende medewerker behoort) is.

1.6 Nieuwe behandelaar

  • Een nieuwe medewerker kan handmatig instellen wie de uitvoerder van de behandelrelatie is. Dit kan via tabblad ‘Admin’ onder het kopje ‘Behandelaren’
  • Wanneer een nieuwe medewerker wordt aangemaakt door applicatiebeheer kan hij/zijn gekoppeld worden (via meermenu/beheer in Ysis) aan betreffende afdeling.

1.7 Behandelaar wordt ontkoppeld van betreffende afdeling

De cliënten die op de betreffende afdeling verblijven behouden de behandelrelatie met de betreffende discipline tot deze op dossierniveau worden uitgezet. 

Bijzonderheden:

Bij een intramurale afdeling is de medische discipline altijd gekoppeld.

 


Setting 2: Extramurale afdeling (ELZ)

Afdeling eigenschappen (beheer): Extramuraal

2.1 Cliënt wordt ingeschreven

Cliënt wordt ingeschreven op een afdeling, de behandelaar is gekoppeld aan diezelfde afdeling: de behandelrelatie met de discipline van de behandelaar komt tot stand. Een behandelaar die geen vaste behandelaar van de cliënt is, kan zich ook koppelen aan de cliënt, dan hebben zij ook een behandelrelatie. 

2.2 Cliënt verhuist naar intramurale afdeling (WLZ, GRZ)

Behandelrelatie blijft bestaan, uit te schakelen op dossierniveau.

2.3 Cliënt verhuist naar eerstelijns paramedische afdeling

Behandelrelatie blijft bestaan, uit te schakelen op dossierniveau.

2.4 Cliënt wordt uitgeschreven

Alle behandelrelaties worden afgesloten.

2.5 Incidentele behandeling

Bij overname kan een behandelaar een behandelrelatie aangaan door het dossier te benaderen en op de pop-up te klikken.

2.6 Nieuwe behandelaar

  • Een nieuwe medewerker kan handmatig instellen wie de uitvoerder van de behandelrelatie is. Dit kan via tabblad ‘Admin’ onder het kopje ‘Behandelaren’
  • Wanneer een nieuwe medewerker wordt aangemaakt door applicatiebeheer kan hij/zijn gekoppeld worden (via meermenu/beheer in Ysis) aan betreffende afdeling.

2.7 Behandelaar wordt ontkoppeld van betreffende afdeling

De behandelrelatie wordt beëindigd.

Bijzonderheden:
Op het moment van inschrijven van een cliënt op een extramurale afdeling, wordt er niet automatisch een behandelrelatie aangemaakt met de medische discipline.

 

 

Setting 3: Eerstelijns paramedische afdeling

Afdeling eigenschappen (beheer): Eerstelijns paramedische zorg

3.1 Cliënt wordt ingeschreven

Wanneer een dossier wordt aangemaakt op een eerstelijns afdeling dan wordt alleen de medewerker die het dossier aanmaakt als uitvoerend behandelaar gemarkeerd. 

3.2 Cliënt verhuist naar intramurale afdeling (WLZ, GRZ)

Behandelrelaties blijven bestaan, medische discipline wordt automatisch gekoppeld.

3.3 Cliënt verhuist naar extramurale afdeling (ELZ)

Behandelrelaties blijven bestaan.

3.4 Cliënt wordt uitgeschreven

Alle behandelrelaties worden afgesloten.

3.5 Incidentele behandeling

Bij overname kan een behandelaar een behandelrelatie aangaan door het dossier te benaderen en op de pop-up te klikken.

3.6 Nieuwe behandelaar

  • Een nieuwe medewerker kan handmatig instellen wie de uitvoerder van de behandelrelatie is. Dit kan via tabblad ‘Admin’ onder het kopje ‘Behandelaren’
  • Wanneer een nieuwe medewerker wordt aangemaakt door applicatiebeheer kan hij/zijn gekoppeld worden (via meermenu/beheer in Ysis) aan betreffende afdeling.

3.7 Behandelaar wordt ontkoppeld van betreffende afdeling

De behandelrelatie wordt beëindigd.

Bijzonderheden:
– Wanneer de afdeling niet is aangemerkt als eerstelijns afdeling, dan worden alle behandelaars van dezelfde discipline als de ingelogde medewerker, en die ingedeeld zijn op die afdeling, als uitvoerend behandelaar gekoppeld aan het dossier.

– Alleen op deze afdeling ziet de medische discipline de knop “behandelrelatie beëindigen”, en dit is de enige afdeling waarop de medische discipline gevraagd wordt om een behandelrelatie te starten.

 

Opmerking voor applicatiebeheerders

  •  Het correct koppelen van behandelaren aan cliënten vereist dat van iedere discipline tenminste één persoon is gekoppeld aan een afdeling. Als dit niet het geval is kan Ysis namelijk niet bepalen wie de behandelrelatie gaat uitvoeren als deze tot stand is gekomen. In dat geval ziet Ysis de persoon die de behandelrelatie zelf start of reageert op de verwijzing door naar het dossier te navigeren als de uitvoerder van de behandelrelatie. Dat kan betekenen dat bijvoorbeeld de secretarieel medewerker ineens als behandelaar wordt gezien. U kunt dit voorkomen door altijd eerst de afdeling aan te maken, dan de correcte koppelingen te maken zodat er namens iedere discipline tenminste een medewerker aan de afdeling is gekoppeld, en pas daarna cliënten op deze afdeling in te schrijven.

Bovenstaand een overzicht van de gekoppelde afdelingen van Frisó Feitsma als fysiotherapeut. Het verdient aanbeveling om deze koppelingen zoals zij hier zichtbaar zijn te laten corresponderen met de werkvloer, zodat berichten en verwijzingen bij de juist behandelaren terecht komen.

  • Indien een medewerker aan geen enkele afdeling gekoppeld is, kan deze niet geselecteerd worden onder tabblad ‘Admin’, kopje ‘Behandelaren’. De gedachte hierbij is dat a) medewerkers zonder vaste afdeling ook geen vaste cliënten hebben en b) het overzicht van behandelaren beknopt te houden door alleen de vaste medewerkers te tonen.